skip to Main Content

Praktijkvoorbeelden

Hoe het kwadrant de praktijk bepaalt

Een praktijkvoorbeeld

Student Mitchel, die pas na veel omzwervingen op de opleiding terecht is gekomen, heeft in het laatste leerjaar wel zijn stage goed afgesloten, maar een van de eindtoetsen niet gehaald. Hij heeft vooral moeite met Nederlands. Hij wil graag in het nieuwe jaar alleen de toets herkansen waarvoor hij een onvoldoende heeft gehaald, en zijn Nederlands verbeteren. Aangezien het schooljaar voorbij is, is de conclusie van de opleiding dat hij het hele jaar over moet doen, inclusief de stage. Zijn klassendocent deelt hem dit mee in de laatste week voor de vakantie.

Mitchel’s vader vindt dit onredelijk en vraagt een gesprek aan. De klassendocent verwacht moeilijkheden en vraagt de opleidingsmanager het gesprek te voeren. Dat doet deze, door eenvoudig het standpunt van de opleiding telkens, en steeds luider, te herhalen. Na bijna een uur wordt tenslotte de concessie gedaan dat Mitchel in het volgende jaar wellicht wat extra ondersteuning kan krijgen van zijn docente Nederlands. Dit speelde zich twee jaar geleden af. De extra ondersteuning is niet van de grond gekomen. De vader is in beroep gegaan via de klachtencommissie, en is in februari van het volgende jaar in het gelijk gesteld. Het was toen veel te laat voor Mitchel om te beginnen aan de vervolgopleiding waar hij heen wilde. Het geheel heeft alle betrokkenen heel veel tijd en energie gekost maar niets opgeleverd.

Ander kwadrant, andere scenario’s

De oriëntatie van deze school was duidelijk linksonder. Wat zou een andere positie van de opleiding in het Schoolwaardenkompas in dit geval hebben betekend?

Bij een oriëntatie linksboven zou de opleiding meer rekening hebben gehouden met Mitchel’s individuele traject en bijvoorbeeld een extra cursus Nederlands en een verkort traject hebben aangeboden. Zeker als dit vanaf het begin was gebeurd, zou de hierboven beschreven situatie nooit zijn ontstaan.

Bij een oriëntatie rechtsonder zouden weliswaar de formele eisen onveranderd zijn gebleven, maar zou de opleiding (mentor, docenten, et cetera) in een echt gesprek met Mitchel en zijn vader hebben onderzocht hoe Mitchel dit extra jaar zo goed mogelijk vorm en inhoud kon geven om er toch zoveel mogelijk aan te hebben. Als dit gesprek al het hele jaar gaande was geweest, zou het waarschijnlijk ook anders zijn gelopen, en in elk geval niet pas twee dagen voor de vakantie zijn gaan spelen.

Bij een oriëntatie rechtsboven zou Mitchel al vanaf het begin deels een eigen traject hebben doorlopen en hierover, samen met de opleiding en zijn ouders, continu in gesprek zijn geweest. Het gesprek zou zich vooral hebben gericht op reflectie en loopbaanplannen. Alle keuzes die met de opleiding te maken hebben, zouden daarvan afgeleid zijn. Het begin van de zomervakantie is vanuit dat perspectief een volkomen willekeurig moment en zeker geen aanleiding om te beslissen dat een heel jaar (lees: het hele curriculum van een jaar) moet worden ‘overgedaan’. De vraag zou hier zijn geweest wat er nog nodig is voor Mitchel om de opleiding af te ronden, maar ook wat hij nog zou willen leren om optimaal voorbereid te zijn op zijn vervolgstappen.

Wat is beter?

Voor Mitchel zou een andere opleiding beter zijn geweest. Toch spreekt het helemaal niet vanzelf dat een oriëntatie rechts en/ of boven altijd de beste is. Soms is onderwijs op die manier moeilijk of niet te organiseren. Het vraagt enorm veel flexibiliteit van alle betrokkenen, binnen beperkte mogelijkheden en tijd. Daarnaast is het voldoen aan formele eisen vaak gewoon onvermijdelijk. Bovendien hebben sommige leerlingen (en leraren) behoefte aan duidelijke eisen en kaders.


Schoolwaardenkompas toegepast in een team

Hoe het Schoolwaardenkompas helpt richting te vinden

  • Wij geloven in ieder kind
  • Leren is voor het leven
  • Weet wie je bent en doe wat je kunt
  • Leren doe je zelf maar niet alleen
  • Zorg goed voor jezelf, voor anderen en voor de omgeving

Dit zijn de vijf principes van SBO Merlijn, een school voor speciaal basisonderwijs in Den Haag.

Een op het oog heel gewone school in een heel gewone wijk. Maar zo gewoon is het er niet. De principes zijn echt doordacht en worden doorleefd. Je ziet niet vaak zo’n heldere visie, en nog minder vaak een school die die visie ook echt ademt. Hier gebeurt dat wel. Er is warmte, respect, betrokkenheid. Aan zo’n school zou ik mijn eigen kinderen onmiddellijk toevertrouwen. De vijf principes heb ik vooraan in mijn agenda geschreven.

Grappig genoeg zijn het juist de scholen die graag een stapje verder willen, die een duidelijke visie hebben en een lerend klimaat. Bij het uitgangspunt “leren is voor het leven,” hoort natuurlijk dat je jezelf altijd de vraag blijft stellen of je nog steeds de goede dingen doet, en of de visie ook nog steeds wordt gedeeld. Er komen immers altijd weer nieuwe mensen bij, anderen gaan weg, de omstandigheden veranderen elk jaar. Bovendien, als je de kinderen wilt leren leren, gaat er niets boven zelf het voorbeeld zijn.

Om te helpen de vraag te beantwoorden wat de goede dingen zijn, en of dat door iedereen wordt gedeeld, zijn wij gevraagd een dialoogsessie te leiden aan de hand van het Schoolwaardenkompas. Het is een effectief instrument: twaalf stellingen over het doel van onderwijs en over de relatie tussen leraar en leerling. Bij elke stelling kun je positie kiezen, tussen 1 en 6. Eerst op papier, maar vervolgens fysiek, in de ruimte. Iedereen gaat staan (of zitten) op de gekozen plek, legt de eigen keuze uit en vraagt de anderen naar hun “beweeg”-redenen.

Hier is een voorbeeld, een vraag over relatie:

Onderwijs kan alleen functioneren
als er een duidelijke hiërarchie is
2 3 4 5 6 Samen werkt het best:

de leraar ontleent zijn gezag/invloed
niet aan een hiërarchische positie


Het team van SBO Merlijn bestaat uit 25 mensen. De gekozen posities zijn verdeeld tussen 2 en 6. Op elke positie zitten meerdere mensen. Opvallend: de directrice zit op 6! Er ontstaat een prachtig gesprek, waarbij een docente die op 2 zit, uitlegt dat zij behoefte heeft aan structuur, aan iemand die gewoon stuurt en beslissingen neemt. Anderen antwoorden hierop met vragen, waar die behoefte vandaan komt, of zij dat in de klas ook zo ervaart, hoe het dan zit met haar behoefte aan autonomie. En die van de kinderen in de klas. Door deze dialoog veranderen soms de posities, maar ontstaat er vooral een veel groter wederzijds begrip.

Dit gaat zo bij alle vragen die worden besproken. Aan het eind van de avond, een sessie van drie uur, heeft iedereen elkaar bevraagd, gehoord en beter begrepen. De vijf principes hebben meer diepgang en meer draagvlak gekregen. Het is niet nodig dat iedereen dezelfde antwoorden geeft, dat kan ook niet. Iedereen is tenslotte anders, en juist op een school als deze is het belangrijk om ieders andersheid te respecteren. Daar kun je als team zelfs sterker door worden. Waar het om gaat is dat je begrijpt waarom ieder doet wat hij of zij doet. Dan is er geen welles-nietes, geen verloren energie, geen gehakketak over “dingetjes.”

Ook al heeft niet iedereen dezelfde antwoorden gegeven, toch komen de gemiddelde scores op alle vragen aardig overeen. Iedereen scoort in hetzelfde kwadrant. (zie https://www.schoolwaardenkompas.nl/over-de-kaart-en-de-assen/ ). Ook dat geeft richting. Het kan een basis zijn om verder te ontwikkelen in die richting. Dan kun je de onderliggende waarden die hier zijn besproken als onderbouwing gebruiken.   

Elkaar vinden gebeurt op dit niveau, het niveau van waarden. Op dat niveau kun je elkaar ook waarderen. En dit gesprek kan overal op deze manier worden gevoerd. Het vraagt wel lef, open staan voor het onbekende. Maar geldt dat niet voor alle leren?


Voor verdere informatie en ondersteuning,
bekijk ons 
aanbod of neem contact op.